PlayStation®3  
Gebruikershandleiding

Instellingen internetverbinding (geavanceerde instellingen)

Wijzig de nodige instellingen als u met de basisinstellingen geen internetverbinding kunt maken. Pas elk item aan volgens uw specifieke netwerkomgeving.

1.	Selecteer (Instellingen) > (Netwerkinstellingen).
2.	Selecteer [Instellingen internetverbinding]. Selecteer [Ja] wanneer een bevestigingsscherm verschijnt dat aangeeft dat uw internetverbinding zal worden verbroken.
3.	Selecteer [Aangepast]. Pas elk item aan volgens de specifieke netwerkomgeving. De items die worden weergeven, zijn afhankelijk van de instellingen die u selecteert.

Verbindingsmethode

De methode voor de internetverbinding instellen. Deze instelling is enkel beschikbaar op PS3™-systemen die uitgerust zijn met de draadloze LAN-functie.

Verbinding met kabel	Maak een verbinding met kabel door middel van een Ethernet-kabel
Draadloos	Maak een draadloze verbinding door middel van een draadloos LAN

WLAN-instellingen

De SSID voor het toegangspunt instellen. Deze instelling is enkel beschikbaar op PS3™-systemen die met de functie draadloos LAN zijn uitgerust.

Scannen	Naar een toegangspunt in de buurt scannen. Selecteer deze instelling als u de SSID van het toegangspunt niet kent. Het systeem zal toegangspunten in de buurt detecteren en informatie over de SSID en beveiligingsinstellingen weergeven.
Handmatig invoeren	Bepaal het toegangspunt door de SSID handmatig in te voeren met een toetsenbord. Selecteer deze instelling als u de SSID kent.
Automatisch	Gebruik de functie automatische instellingen van het toegangspunt. Deze instelling is enkel beschikbaar in regio's waar PS3™-systemen worden verkocht die met deze functie zijn uitgerust. Selecteer deze instelling als u een toegangspunt gebruikt dat automatische setup ondersteunt. Volg de instructies op het scherm.

Instelling WLAN-beveiliging

Een coderingssleutel voor een toegangspunt instellen. Deze instelling is enkel beschikbaar op PS3™-systemen die met de functie draadloos LAN zijn uitgerust.

Geen	Geen coderingssleutel instellen.
WEP	Een coderingssleutel instellen. De coderingssleutel kan op het volgende scherm worden ingevoerd. De coderingssleutel wordt als een reeks van asterisks weergegeven.
WPA-PSK / WPA2-PSK

Verificatie-instelling

Deze instellingen zijn enkel beschikbaar op PS3™-systemen die in Korea worden verkocht en enkel op PS3™-systemen die met de functie draadloos LAN zijn uitgerust.

Geen	Geen verificatie-informatie instellen.
EAP-MD5	Verificatie-informatie instellen bij gebruik van openbare WLAN-diensten. Voer uw gebruikersidentiteit en wachtwoord in op het volgende scherm. Raadpleeg voor meer informatie de gegevens die door de provider van de openbare WLAN-dienst worden verschaft.

Ethernet-gebruiksmodus

De overdrachtsnelheid en gebruiksmethode voor overdracht van data via ethernet instellen. Selecteer gewoonlijk [Automatisch detecteren].

Automatisch detecteren	Automatisch basisinstellingen bepalen.
Handmatige instellingen	De overdrachtsnelheid en gebruiksmethode voor overdracht van data via ethernet handmatig instellen.

Instelling IP-adres

De methode voor het verkrijgen van een IP-adres instellen bij het maken van een verbinding met het internet.

Automatisch	Gebruik het IP-adres dat door de DHCP-server werd toegewezen. U kunt de hostnaam van de DHCP-server op het volgende scherm invoeren.
Handmatig	Het IP-adres handmatig instellen. U kunt waarden voor IP-adres, subnetmasker, standaardrouter en primaire en secundaire DNS invoeren op het volgende scherm.
PPPoE	Verbinding met het internet maken met behulp van PPPoE. U kunt uw gebruikersidentiteit en wachtwoord op het volgende scherm invoeren.

DHCP

Stel de DHCP-hostnaam in. Selecteer doorgaans [Niet instellen].

Niet instellen	Stel de DHCP-hostnaam niet in.
Instellen	Stel de DHCP-hostnaam in.

DNS-instelling

De DNS-server instellen.

Automatisch	Automatisch het adres van de DNS-server verkrijgen.
Handmatig	Handmatig het adres van de DNS-server invoeren.

MTU

Configureer de MTU-waarde die bij het overbrengen van data wordt gebruikt. Selecteer gewoonlijk [Automatisch].

Automatisch	Automatisch de MTU-waarde instellen.
Handmatig	De maximale grootte van datapakketten (in bytes) bepalen die in één overdracht kan worden verstuurd.

Proxyserver

De proxyserver instellen die moet worden gebruikt.

Niet gebruiken	Geen proxyserver gebruiken.
Gebruiken	Een proxyserver gebruiken. U kunt het adres en het poortnummer van de proxyserver op het volgende scherm invoeren.

UPnP

Stel deze optie in om UPnP (Universal Plug and Play) in of uit te schakelen.

Inschakelen	UPnP inschakelen.
Uitschakelen	UPnP uitschakelen.