In de bewerken-modus kunt u de achtergrond van elke pagina van het beginscherm aanpassen, de volgorde van de pictogrammen op het scherm wijzigen en pictogrammen verwijderen.
Om over te schakelen naar de bewerken-modus, raakt u het beginscherm op een willekeurige plaats aan en houdt u het vast.
De volgorde van de pictogrammen wijzigen
Versleep in de bewerken-modus elk pictogram naar de gewenste locatie en til vervolgens uw vinger op.
Pictogrammen verwijderen
Selecteer in de bewerken-modus het pictogram dat u wilt verwijderen en selecteer [Verwijderen].
- Afhankelijk van het soort applicatie worden bij het verwijderen van een pictogram de applicatie en alle data die horen bij deze applicatie ook verwijderd.
- Het wordt aanbevolen belangrijke data te kopiëren of hier een back-up van te maken.
Een map maken
Selecteer in de bewerken-modus het pictogram dat u wilt beheren in een map en selecteer [Map maken].
Selecteer de map om een andere naam te kiezen voor de map.
Pictogrammen toevoegen aan een map
Sleep in de bewerken-modus pictogrammen naar de gewenste map.
- Er kunnen geen mappen worden toegevoegd aan een map.
- Er kunnen maximaal 500 pictogrammen weergegeven worden, inclusief pictogrammen in mappen.
Pictogrammen verwijderen uit een map
Selecteer in de bewerken-modus een map en sleep de pictogrammen die u wilt verwijderen uit de map.
Als alle pictogrammen uit een map zijn verwijderd, wordt de map automatisch verwijderd.
De achtergrond van een pagina aanpassen
Selecteer in de bewerken-modus (Achtergrondinstellingen) in de rechteronderhoek van de pagina waarvan u de achtergrond wilt wijzigen. Volg de weergegeven instructies.
- Thema's zijn enkel beschikbaar als u een gedownload thema heeft opgegeven met behulp van (Instellingen) > [Thema en achtergrond] > [Thema].
- Voor u een gemaakte foto of een afbeelding gebruikt als pagina-achtergrond, stelt u met uw computer de pixelafmetingen van de foto of de afbeelding in op 960 × 544. Op die manier verkrijgt u een optimale helderheid.
Pagina's toevoegen
Selecteer (Een pagina toevoegen) in de bewerken-modus.
Bediening via de toetsen op het systeem
Druk op het beginscherm op een knop op het systeem. Een cursor verschijnt op het scherm. Om de bewerken-modus te verlaten, drukt u op de knop terwijl de cursor wordt weergegeven. Volg de instructies op de weergegeven schermen om de handeling te voltooien.
Om deze functie te kunnen gebruiken, selecteert u het selectievakje (Instellingen) > [Starten] > [Systeem] > [Bediening via toetsen op dit systeem] om de instelling in te schakelen.