U kunt foto's en video's maken met de voorcamera en met de achtercamera.
- A )
(Weergavemodus)
Selecteer het pictogram om over te schakelen naar de weergavestand, waar u foto's en andere afbeeldingen kunt doorbladeren en bekijken.- B )
(Panoramacamera)
Selecteer het panoramabeeld om de panoramacamera in te schakelen en panoramafoto's te maken.- C )
(Tussen beeldgroottes schakelen)
- D )
- De meest recent gemaakte foto of video
Selecteer deze miniatuur om de foto of video schermvullend weer te geven. - E )
(Locatiedata)/
(Tussen camera's schakelen)
(Locatiedata) wordt weergegeven wanneer de instelling voor het gebruik van locatiedata op uw systeem ingeschakeld is. Selecteer
(Locatiedata) om locatiedata te verkrijgen. Uw systeem zoekt uw locatie met behulp van Wi-Fi-toegangspunten, GPS-satellieten* en basisstations voor mobiele telefoons*. Wanneer uw systeem uw locatie gevonden heeft, licht het locatiedatapictogram groen op (
). Wanneer u een foto neemt, wordt uw locatie toegevoegd aan de informatie die opgeslagen is in het fotobestand.
- *
- Alleen op 3G/Wi-Fi-modellen.
- F )
(Fotostand)/
(Videostand)
Selecteer het pictogram om te schakelen tussen de foto- en de videostand.
- G )
(Sluiter)/
(Video opnemen)/
(Opname stoppen)
In fotomodus wordt(Sluiter) weergegeven. Selecteer het pictogram om een foto te nemen.
In de videostand wordt(Video opnemen) of
(Opname stoppen) weergegeven. Selecteer het pictogram om de opname te starten of te stoppen.
U kunt ook de R-toets op uw systeem gebruiken om foto's te nemen of de opname van video te starten of te stoppen.
- U kunt bedieningselementen zoals de bedieningstoetsen verbergen door op het scherm te tikken. Tik nogmaals op het scherm om de bedieningselementen opnieuw weer te geven.
- U kunt het gebruik van locatiedata in- of uitschakelen bij
(Instellingen) > [Starten] > [Locatiedata] > [Locatiedata gebruiken].
(Tussen beeldgroottes schakelen) en
(Locatiedata) worden niet weergegeven terwijl u een video opneemt.
- Een video kan maximaal 30 minuten lang zijn.
- Het is niet mogelijk om het volume van het sluitergeluid te verhogen, te verlagen of te dempen, of er een ander geluid voor te kiezen.
Een panoramafoto maken
Selecteer (Foto's) >
(Panoramacamera) om de panoramacamera in te schakelen.
- A )
(Panoramamodi)
Selecteer dit pictogram om een panoramamodus te selecteren.- B )
(Terug)
Selecteer dit pictogram om de laatst gemaakte opname voor de panoramafoto te verwijderen.- C )
- Uw meest recente panoramafoto
Selecteer de miniatuur om uw recentste panoramafoto te bekijken. - D )
(Locatiedata)
(Locatiedata) wordt weergegeven wanneer de instelling voor het gebruik van locatiedata op uw systeem ingeschakeld is. Selecteer
(Locatiedata) om locatiedata te verkrijgen. Uw systeem zoekt uw locatie met behulp van Wi-Fi-toegangspunten, GPS-satellieten* en basisstations voor mobiele telefoons*. Wanneer uw systeem uw locatie gevonden heeft, licht het locatiedatapictogram groen op (
). Wanneer u een foto neemt, wordt uw locatie toegevoegd aan de informatie die opgeslagen is in het fotobestand.
- *
- Alleen voor 3G/Wi-Fi-modellen
- E )
(Sluiter)/
(Opname stoppen)
Selecteer dit pictogram om de opname te starten of te stoppen.
Richt het systeem in de directie die u vast wilt leggen en selecteer (Sluiter) om de opname te starten. Volg de schermen om de camera te bedienen
- U kunt ook opnames maken door de R-toets op uw systeem in te drukken.
- U kunt bedieningselementen zoals de bedieningstoetsen verbergen door op het scherm te tikken. Tik nogmaals op het scherm om de bedieningselementen opnieuw weer te geven.
- Tijdens het opnemen worden
(Panoramamodi) en de miniatuur van uw recentste panoramafoto niet weergegeven.
- U kunt het sluitergeluid niet verhogen, verlagen, dempen of wijzigen.
- Panoramafoto's worden opgeslagen onder [Camera-afbeeldingen].