Instellingen Vliegtuigmodus

Met de vliegtuigmodus kunt u alle netwerkfuncties (Wi-Fi, mobiel netwerk en Bluetooth®) van het systeem uitschakelen.
Om de vliegtuigmodus in te schakelen, selecteert u het selectievakje [Vliegtuigmodus] om het aan te vinken. Het pictogram Pictogram vliegtuigstand. (Vliegtuigmodus) wordt weergegeven op de informatiebalk.

Waarschuwing

Radiogolven kunnen elektronische apparatuur of medische toestellen (pacemakers bijvoorbeeld) beïnvloeden, wat kan leiden tot storingen en mogelijke kwetsuren.
  • Indien u een pacemaker hebt of gebruikmaakt van een ander medisch apparaat, neem dan contact op met uw dokter of de fabrikant van het toestel voor u de netwerkfunctie in gebruik neemt.
  • Gebruik de netwerkfunctie niet op de volgende plaatsen:
    • Omgevingen waar het gebruik van apparaten die radiogolven produceren verboden is, zoals in ziekenhuizen of aan boord van een vliegtuig. Houd u aan de regelgevingen die gelden op de plaatsen waar u het systeem wilt gebruiken.
    • In de buurt van brandalarmen, automatische deuren en andere soorten automatische apparatuur.

U kunt de Wi-Fi- en de Bluetooth®-functie zelfs gebruiken als de vliegtuigmodus ingeschakeld is. Houd u aan de regelgevingen die gelden op de plaatsen waar u het systeem wilt gebruiken.

  • De Wi-Fi-functie gebruiken
    Selecteer het selectievakje [Wi-Fi] onder [Netwerk] > [Wi-Fi-instellingen] om het aan te vinken.
  • De Bluetooth®-functie gebruiken
    Selecteer het selectievakje [Bluetooth®-functie] onder [Apparaten] > [Bluetooth®-apparaten] om het aan te vinken.