Instellingen Wi-Fi-instellingen

U kunt de verschillende Wi-Fi-verbindingsinstellingen wijzigen.

Wi-Fi

Om de Wi-Fi-functie uit te schakelen, selecteert u het selectievakje om het vinkje te verwijderen.

Raadpleeg "Vliegtuigmodus" voor meer informatie over het gebruik van de Wi-Fi-functie wanneer de vliegtuigmodus ingeschakeld is.

Toegangspunten

Hier worden opgeslagen toegangspunten en gevonden toegangspunten weergegeven. Als er een verbinding ingesteld is met een toegangspunt, maakt het systeem bij het volgende gebruik van Wi-Fi automatisch opnieuw verbinding met dit toegangspunt.
U kunt een verbindingstest uitvoeren en geavanceerde instellingen aanpassen door een opgeslagen toegangspunt te selecteren.

Toegangspunten-scherm. Vanaf bovenaan gelabeld van A tot D.

A )
Naar toegangspunten zoeken
B )
Beveiliging
Wanneer dit symbool wordt weergegeven, betekent dit dat het betreffende toegangspunt beveiligd is. Om verbinding te maken met het toegangspunt, moet u de WEP- of WPA-sleutel invoeren die ingesteld is op het toegangspunt.
C )
Signaalsterkte van het toegangspunt
De signaalsterkte wordt in vier niveaus weergegeven, waaronder geen signaal.
Wanneer er meerdere opgeslagen toegangspunten zijn, maakt het systeem eerst verbinding met het toegangspunt met het sterkste signaal.
D )
Verbindingsstatus
Hier wordt de verbindingsstatus van de opgeslagen toegangspunten weergegeven.
Brandt verbonden
Knippert bezig met verbinden
Uit niet verbonden

Toegangspunt automatisch opslaan

Wanneer u een toegangspunt gebruikt dat WPS, AOSS of Rakuraku WLAN Start® ondersteunt, kunt u toegangspunten in enkele eenvoudige stappen opslaan. Raadpleeg naast deze instructies eveneens de gebruiksaanwijzing voor het toegangspunt.

  • Wanneer u verbinding maakt via de WPS PIN-methode, kunt u de instellingen aanpassen door te tikken op [Toegangspunt handmatig opslaan] > [WPS-PIN-methode gebruiken].
  • AOSS en Rakuraku WLAN Start® zijn alleen beschikbaar in bepaalde landen en regio's.

WPS

1.
Selecteer [WPS].
2.
Druk op de WPS-toets op het toegangspunt.

AOSS

1.
Selecteer [AOSS™].
2.
Houd de AOSS-toets van het toegangspunt ingedrukt tot de AOSS-aanduiding begint te knipperen.

Rakuraku WLAN Start®

1.
Selecteer [Rakuraku WLAN Start].
2.
Houd de Rakuraku Start-toets van het toegangspunt ingedrukt tot de activeringsindicator van het toegangspunt groen begint te knipperen.
3.
Wanneer er een bericht weergegeven wordt op uw systeem, houdt u de Rakuraku Start-toets van het toegangspunt ingedrukt tot de activeringsindicator van het toegangspunt oranje oplicht.

Toegangspunt handmatig opslaan

Raadpleeg naast deze instructies eveneens de gebruiksaanwijzing voor het toegangspunt.

Handmatig invoeren

U kunt het toegangspunt instellen door de instelinformatie (SSID en WEP-sleutel of WPA-sleutel) voor het gebruikte toegangspunt in te voeren.

  • Wij raden u aan WPA-PSK of WPA2-PSK te gebruiken als beveiligingsmethode, aangezien deze het veiligst zijn.
  • Als u het selectievakje [Wachtwoord verbergen] selecteert om het aan te vinken, wordt het ingevoerde wachtwoord weergegeven als een reeks sterretjes.

De WPS PIN-methode gebruiken

1.
Selecteer [WPS-PIN-methode gebruiken].
2.
Voer de PIN-code die wordt weergegeven in in het toegangspunt.

Wi-Fi-instellingen automatisch weergeven

Om het scherm voor Wi-Fi-instellingen automatisch weer te geven als u geen verbinding kunt maken met het opgeslagen toegangspunt, selecteert u dit selectievakje om het aan te vinken.

Kanaal voor ad hoc-modus

Wanneer u verbinding maakt met behulp van de ad-hocmodus, moet uw systeem op hetzelfde kanaal ingesteld zijn als de andere apparaten waarmee u verbinding wilt maken.
De standaardinstelling is [Automatisch]. In deze instelling selecteert het systeem automatisch het optimale kanaal.

Naar bovenkant pagina